schakelen De Man met de Hoed: pag. 10
           
  

 
 

 

 

 

 

 

  
          ‘Oh, que ma cendre repose aux bords de la Seine!’
          Ma moet niesen van de veren, ze is allergisch voor Lowie, en als ze ook maar een greintje allergisch voor Pa was geweest dan had ze Lowie’s deurtje allang opengezet en hem met sterke handen de nek omgedraaid, want Ma is niet van zachte heelmeesters en halve maatregelen. Toch is haar gezicht niet hard en zelfs niet onknap, maar zoals gezegd, ogen als een dubbelloops jachtgeweer met de veiligheidspal eraf. Drie keer per dag neemt ze de kinderen mee naar de kerk, het zijn er zeven en die lopen niet allemaal braaf achter haar rokken. Als ze tegenspreken krijgen ze een klinkende slag om de oren of ze laat ze geknield onder aan de trap de toelichting op de Tien Geboden zeggen. Heb ik gezondigd? Mij geschaamd voor het Geloof? Gevaarlijke verkering met niet-katholieken gehad? Ben ik vrijwillig verstrooid geweest onder het gebed? Dat is allemaal verboden in de Bosch­straat, dat en nog veel meer, aanzienlijk meer dan er is toegestaan, want haar kinderen zullen niet voor onkruid opgroeien. Ook bij klappen om de oren blijft ze haar nageslacht nog met ‘ge’ en ‘u’ aanspreken, een Vlaamse gewoonte die de hele familie heeft overgenomen van Pa. Vervuld van een koppige energie zwoegt ze in huis, beurtelings in woede uitbarstend en verbeten zwijgend. Kasten boenend, vloeren schrobbend, broden bakkend. Pa houdt bij dat alles een humeur dat in onverwoestbaarheid aan de werkelijkheid ontstegen is.
          ‘Ge ziet ’t, Lowie. Ons Ma heeft het op de heupen. We zitten weer in het foute stuk van de maand, jongen.’
          ‘Oh que ma cendre repose aux bords de la Seine!’
          ‘Zeg dat wel, Lowie. Zeg dat wel.’
          Pa werkt zes dagen in de week van acht tot acht, en als hij thuiskomt voert hij de vogel van zijn lippen. Op zondag drinkt hij met zijn oude vader een fluitje op de Markt en rookt er een goede sigaar bij. De meisjes vragen zich af hoe hij het volhoudt, hun ouders zijn totaal tegengesteld in temperament en geduld, hun moeder een feeks en hun vader een heilige. Van het bestaan van de vurige Anna Catharina die met haar gekijf een muur optrekt met als enig doel die steen voor steen door Pa te laten afbre-
         
         
   
       
 
inhoud  inhoud

vorige pagina

pagina

volgende pagina
 
 

schakelen De Man met de Hoed: pag. 10